Impressies van een indrukwekkende reis

Beelden van Brazilië kregen we uit de verhalen van Agnes en Theo van der Ploeg en andere bezoekers van de Amigos-projecten en uit eerdere nieuwsbrieven. Verhalen over het Grote Huis, over het gehandicaptenproject, over de kinderopvang in Campina Grande. Maar, natuurlijk, onze persoonlijke ervaring is toch weer anders dan de verslagen en de foto’s . Verwacht dus in deze Nieuwsbrief geen perfecte update van de projecten van Amigos: daarvoor ben ik te weinig op de hoogte van de details. Geen chronologisch verslag dus maar enkele reisimpressies van drie Nederlandse koppels, Agnes en Theo van der Ploeg, Toek en Frans Bontrup en Marleen en René Corten, die door Rover en Eliana op een innemende manier langs alle projecten, maar ook langs historische plaatsen, musea en natuurparken werden geleid. Veertien dagen boordevol indrukken.

Starend vanuit de shuttlebus naar de keurige maar saaie groenstroken langs de snelweg tussen de luchthaven Brussel-Zaventem en Valkenburg probeer je stukje bij beetje de ervaringen van de afgelopen twee weken voor jezelf overzichtelijk te maken. Wat natuurlijk dàn niet lukt en ook later niet, als je antwoord wil geven op de vraag hoe het daar was en alleen in clichés kunt antwoorden. “Andere wereld, grote contrasten tussen rijk en arm, schokkend te ervaren hoe de Braziliaanse maatschappij die tegenstellingen lijkt te accepteren…” Maar ook: “Levensblije mensen, een kleurrijk straatbeeld, muziek en plezier en een soort berusting in het onvermijdelijke van het noodlot of vertrouwen in de hand van God”.

Wat zou dat meisje met die leuke vlechtjes verteld hebben tegen haar moeder, na afloop van ons bezoek aan het opvanghuis in Campina Grande?
Rover heeft een jongetje op de arm dat als enige van deze grote groep verstandelijk gehandicapt is
Hier is Mariangela het stralende middelpunt dat ons verwelkomt
In de zon hebben we op dat binnenplaatsje met de deelnemers  een bijzonder feestelijke maaltijd
het Grote Huis
Frans op trap

Wat zou dat meisje met die leuke vlechtjes verteld hebben tegen haar moeder, na afloop van ons bezoek aan het opvanghuis in Campina Grande? Dat er van die witte mensen waren die koekjes hadden meegebracht en die zo vriendelijk lachten en op die kleine stoeltjes gingen zitten? Dat ze allemaal liedjes hadden gezongen met veel welkom erin en tekeningen hadden opgehangen? Het opvanghuis, misschien is het beter te spreken van een schooltje voor de allerjongsten, is een pareltje! Drie liefdevolle vrouwen werken hier aan de dagopvang van 52 kindertjes tussen 3 en 6. In de klasjes ziet het er keurig uit. Tafeltjes, stoeltjes, platen aan de muur, tekenpapier, spelletjes en puzzels. Wel niet erg veel materiaal maar toch; er is het een en ander en er wordt mee gewerkt. De twee gebouwen zijn gekoppeld door een groot afdak dat veel mogelijkheden geeft. Onlangs is er een keurige wc en douche aangebracht. Bijzonder zoals de gezusters Elza, Penina en Nensa hier liefdevol een broodnodige opvang in stand houden. De peuters en kleuters zien er keurig gewassen uit en hun kleertjes zijn schoon. Even denk je dat deze opvang niet zo veel verschilt van die in vergelijkbare wijken in de Europese hoofdsteden. Tot we aan het einde van de dag met een aantal ouders en kinderen naar huis lopen.

Rover heeft een jongetje op de arm dat als enige van deze grote groep verstandelijk gehandicapt is. De hoofdstraten geven een beeld waaraan we inmiddels al wat gewend zijn: rommelige en kleine, vaak verwaarloosde huisjes. Maar dan slaan we een zijstraatje in en daarna weer een zijstraatje daarvan. Ten slotte nog een dwarsstraatje en dan staan we aan de rand van de wijk, voor hutjes gebouwd met afvalmateriaal als kapotte dakpannen of met muurtjes van leem en oude golfplaten als dak.

Raamopeningen zonder glas. Vlak ervoor stroomt wat donkere blubber in een open riool. Vliegen overal. Hier moeten we één van die prachtkinderen achterlaten. De vuilnisbelt waarop de ouders werken is van hieruit te zien. We hebben een gesprek met een vrouw die ons vertelt die dag nog niets gegeten te hebben en ook niet weet of ze morgen iets zal hebben voor haar en haar zoon. Dankbaar is ze voor onze hulp. Beduusd lopen we terug naar de straat van het schooltje. Rover en Eliana worden hier en daar herkend en aangesproken. Steeds zijn dat hartelijke gesprekken met veel geknuffel en gelach. In het huis van Nensa, Elza en Penina gaan we ter afronding van dit bezoek, even iets drinken. Heel fijne vrouwen die zelf ook bescheiden wonen en zo ontroerend betrokken zijn bij het lot van de ouders en kinderen uit deze wijk vlakbij de afvalbergen waar de ouders uit welvaartresten nog een bestaan proberen te halen door papier, plastic en hout te verzamelen en te verkopen. Uiteraard smerig en ongezond werk.
Ons redelijk luxe verblijf in een hotel in Olinda geeft bij vlagen ongemak. Het is niet eenvoudig een vakantiegevoel te krijgen bij het beleven van deze uitersten. Omgekeerd geeft het een gevoel van gêne te bedenken dat voor de prijs van een half ontbijt een familie hier een week kan eten.
Een grijs Fiatbusje met geblindeerde ramen is ons vervoermiddel. Rover onze bekwame chauffeur die de kunst verstaat te doceren en tegelijkertijd de links en vooral rechts passerende auto’s te ontwijken, fietsers van de ondergang te redden en met een gezellige samba mee te drummen op het dashboard. Wat een verschil met de rijksweg tussen Vilt en Berg! Overal langs onze route door Recife bedrijfjes op het gebied van banden, velgen, veringen, elektronica. Overal teksten op de kleurige gevels, niet alleen uitbundige reclame maar ook opvallende namen, kiesgetallen en portretten van kandidaten voor het burgemeesterschap of voor de gemeenteraad. Want die verkiezingen zijn net die zondag waarop we aankomen.

Met de ene hand wijst Rover op een buurt die hij “redelijk goed” noemt en even later met de andere op een smalle strook grond vlak naast een vervuilde beek die vol staat met tegen elkaar leunende samenraapsels van golfplaten en planken op palen half in het water. We zijn op weg naar Mangueira, naar het gehandicaptenproject.

Hier is Mariangela het stralende middelpunt dat ons verwelkomt. We kijken in het winkeltje en zien de pc’s waar in de middag op gewerkt kan worden. De binnenplaats is een ontmoetingsplaats waar iedereen elkaar hartelijk begroet. Gerlane in de rolstoel, is een van de deelneemsters. Ze kan dankzij dit project zorgen voor haar kinderen. Paulinho, een andere rolstoeler, laat ons weten acteur te willen worden. Hij heeft al eens in een film gefigureerd, vertelt hij trots. Er is met het eten op ons gerekend en de kinderen die met de deelnemers mee zijn meegekomen willen graag gefotografeerd worden om meteen daarna op het toestel hun eigen poses te kunnen bewonderen.

In de zon hebben we op dat binnenplaatsje met de deelnemers een bijzonder feestelijke maaltijd. Later in de week zoeken we onder meer Paulinho en Wilson op in hun huis. Paulinho boft dat zijn inmiddels blinde moeder een klein pensioen heeft waardoor hij relatief ruim woont en zelfs huwelijksplannen heeft…. Wilsons situatie zal ons nog lang bezighouden. Hij is natuurlijk bekend uit eerdere nieuwsbrieven. We zagen hem voor het eerst op de binnenplaats maar later bezoeken enkelen van ons hem thuis. Een sterke jonge man, inmiddels 31 die al 11 jaar op bed ligt met een dwarslaesie, opgelopen bij een sprong, op de vlucht voor overvallers. Zijn bed ziet er verschrikkelijk uit en zonder incontinentieluiers kan hij de deur niet uit, niet naar de kerk en niet naar het project waar toch altijd wat te beleven is en hij mensen ontmoet die om hem geven. Een beetje leuke dag hangt af van zoiets banaals als luiers. De ouders zijn beiden alcoholist. Een neef komt helpen als hij tijd heeft. Een schrijnende herinnering. Mariangela en haar team met o.a. Domicio die tekenles geeft, zijn ware engelen.

De projecten van Rover en Eliana steken in op verschillende plaatsen in de maatschappij. Is het project in Campina Grande toegespitst op de opvang van de allerjongsten, dat van Mangueira op gehandicapten en hun omgeving, in het Grote Huis staat vorming en scholing van kansarme jonge volwassenen centraal. Een prachtig oud en statig huis, heel geschikt voor dit doel, gelegen in een drukke buurt in Recife. We staan plotseling met zijn zessen in een halfopen klaslokaal voor een groep van ca 40 zeer aandachtige studenten van rond de 18. Eliana legt uit wie we zijn en waarom we het Grote Huis bezoeken. Of er vragen aan ons zijn? Natuurlijk. Wat het in Nederland kost om te studeren aan een universiteit, of je daar makkelijk op komt. Wat je gemiddeld verdient in Nederland, of we inderdaad achter een grote dijk wonen. Waarom we dit doen? Maar wij willen ook iets weten. Of er al eens iemand overvallen is. Hoongelach. Diverse vingers gaan omhoog. Een meisje op de eerste rij legt met een lachend gezicht uit, hoe ze een pistool tegen haar hoofd kreeg. Wij zijn verwonderd over de vrolijke manier waarop ze dat vertelt. Reactie: tja, zo is dat hier…
In het Grote Huis krijgen de geselecteerde leerlingen een cursus informatica waarmee ze in deze branche een eerste stap kunnen doen. Voor sommigen is dat eindonderwijs, voor anderen een tijdelijke cursus voordat ze het moeilijke toelatingsexamen voor de universiteit gaan doen. Alle studenten hebben de middelbare school doorlopen. Lucas (zoon van Rover en Eliana) en zijn vrienden, allemaal afgestudeerd, zijn hier de leraren die een prachtig leerplan hebben samengesteld met enerzijds de computercursus, anderzijds een cursus burgerschapskunde. Dat laatste is indrukwekkend omdat hier de emancipatie van de studenten uitgangspunt is. Ze krijgen iets te horen over scheiding van kerk en staat (wat hier moeilijk ligt), over politiek, sexualiteit, geschiedenis, media. De werkvormen staan keurig in het schema: veel en intensief discussiëren. Iets dat we ook zelf ervaren als we een andere dag een deel van een les van Lucas bijwonen. Plannen zijn er ook hier. Frans krijgt de vraag hoe hier een grote en veilige aanbouw kan worden gerealiseerd. Plotseling staat hij op een wankele trap meters hoog de stevigheid van een zijmuur te controleren. Dat gaat een nieuwe activiteit worden: de uitbreiding van het grote Huis met een nieuw multifunctioneel lokaal.

Prachtproject! Studenten die uit de omgeving van Recife komen en daarvoor soms uren in de bus zitten. Hier mochten we zelf getuige van zijn. We maakten de tocht mee van een student naar het Grote Huis en filmden die. Een busreis die net zo lang duurde als een treinreis met de intercity naar Den Bosch. Toch maar een traject van 25 kilometer, maar om kosten te besparen (35 eurocent) wordt er een inefficiënte combinatie van bussen met overstap gekozen.
We zijn bij zijn ontbijt: een bord couscous, en horen dat couscous ook ’s middags en ’s avonds gegeten wordt omdat het goedkoop en toch voedzaam is. Wat we onuitgesproken sterk betwijfelen. De busrit met overstap is een belevenis. Eliana reist mee en heeft meteen contact met iedereen om ons heen. Als we tenslotte aankomen in de buurt van het Grote Huis, zijn we twee uur verder. Wrang is het te horen dat soms studenten het geld niet hebben om de bus te betalen en dan lessen moeten missen of zelfs moeten afhaken.

Tijdens een etentje met de leraren, waarvan Lucas het enthousiaste centrum is, raken we onder de indruk van het idealisme dat verschillende gradaties van politieke activiteit kent. Sommigen van de jonge leraren willen op bijna anarchistische manier de maatschappij hervormen, anderen kiezen een gematigder traject. Over en weer wordt er veel gelachen.
Er is enkele dagen later een terugkomdag (zouden we in Nederland zeggen) van de eerste lichting afgestudeerden van enkele jaren geleden. Wat zijn hun ervaringen? Niet iedereen is in de informatica terecht gekomen. Sommigen hebben een baan gevonden. Anderen studeren aan de universiteit. Drie jongens hebben een ict-bedrijfje opgezet en zouden met een klein krediet in een betere buurt verder willen gaan. Indrukwekkend en, wat ons een gevoel van hoop geeft: met deze jonge mensen is er iets gebeurd dat hun leven zal bepalen. Hier is heel concreet gewerkt aan een betere maatschappij.
Natuurlijk, geld helpt hier om eenvoudige voorzieningen op te zetten. Geld kan zorgen voor de luiers van Wilson en leermiddelen voor de studenten en het tekenpapier voor de peuters van Campina Grande, voor de usb-sticks van de leraren en voor de fundering van het nieuwe lokaal. Zeker. De Kerstverkoop is onontbeerlijk, fondsen kunnen niet gemist worden, sponsoracties zijn hard nodig. Maar het allerbelangrijkste is onze betrokkenheid met de mensen in Brazilië die we in de ‘verpakking’ van onze materiële hulp een boodschap van hoop geven. Dat mag nooit ophouden.

René Corten